Biologische Bestrijding Producten
Cannabis is een sterke plant. Maar geen enkele plantensoort is onverwoestbaar. Marihuana is zeker een van de sterkste gewassen, die op elk continent groeit. Als we er tenminste van uitgaan dat er in de piramides die zijn verborgen op Antarctica een aantal kweekkamers zijn. Of je er nu voor kiest om cannabis binnenshuis of buiten te verbouwen en dat doet met de grootste zorg en aandacht; toch kunnen er dingen misgaan. Maar je kunt je een aantal preventieve maatregelen nemen om de kans op een gezond, probleemloos gewas, te vergroten.
Kwekers die binnenshuis verbouwen, hebben veel meer invloed op de omgeving. Maar zelfs als je buitenshuis verbouwt, kunnen en moeten twee basisprincipes worden toegepast. Allereerst moet de kweekruimte schoon en opgeruimd zijn. Ten tweede moet invloed van buitenaf zoveel mogelijk worden voorkomen. Met goed beheer, kom je een heel eind bij wiet. Slechte hygiëne in de kweekomgeving is een uitnodiging voor ziekteverwekkers. Het afschermen van cannabis planten helpt om ongewenste indringers buiten de deur te houden.
Je cannabis planten kunnen je niet vertellen wat er met ze aan de hand is. Maar ze laten wel symptomen zien. Het is de verantwoordelijkheid van de kweker om de juiste diagnose te stellen en de goede behandeling te geven. Dat kan alleen worden gedaan als je weet waar je naar moet kijken. Bestudeer je ongezonde cannabis planten en lees aandachtig het volgende deel om te ontdekken welke oplossing we voor je hebben.
Cannabis Ziektes die het meest voorkomen in Nederland
Toprot
Herkennen van Bud Rot (ook wel bekend als Botrytis cinerea of Grijze schimmel). Een manier om de aanwezigheid van toprot tijdig te ondervangen is het blad dat uit de top groeit in de gaten te houden. Wanneer dit een vreemde kleur krijgt (zie foto’s hieronder) en moeiteloos met een klein rukje wordt verwijderd van de top, dan kun je er 99% zeker van zijn dat er rot in de top zit.
Verspreiding van toprot
De oorzaken van toprot zijn dode bladeren die vallen als de herfst begint, spinnenwebben, de larven en cocons van insecten… ze brengen allemaal rot in je plant. De meest gebruikelijke oorzaak, en een veel voorkomende schimmelziekte in cannabis, is pythium. Deze schimmel leidt tot wortelrot en rot in het onderste deel van de stengel. Het komt meestal voor bij jonge planten en klonen. Grotere, gezondere planten zijn veel minder gevoelig voor pythium. Bij ernstige aantasting van Pythium krijgt de plant ’toppling (omval) ziekte’. We hoeven niet uit te leggen wat dat betekent.
Pythium is te herkennen aan de manier waarop de schors bruin wordt aan de voet van de steel. In het begin kan de bruine schors eenvoudig worden verwijderd, later gaat het rottingsproces nog dieper in de basis van de plant.
Pythium is een schimmel, die het best gedijt in natte en vochtige omgevingen. De sporen van Pythium worden alleen verspreid via water. Er worden twee soorten sporen gevormd: zwerm sporen en rust sporen. De zwerm sporen ontkiemen het beste bij een temperatuur van rond de 15 graden C., terwijl de rest sporen beginnen te groeien in de warmte, dus bij ongeveer 28 graden C.
Om besmetting door Pythium te voorkomen is een constante bodemtemperatuur wenselijk. Grote temperatuurschommelingen moeten worden vermeden. Je moet ook een goed vochtniveau hebben (dus niet een te hoge RV).
Blad schimmels, meeldauw en filament schimmels komen minder vaak voor dan pythium. Meeldauw kan, naast andere symptomen, leiden tot toprot. Andere oorzaken van toprot zijn de bladeren die vallen in de herfst, spinnenwebben en de larven en cocons van insecten.
Bestrijding van toprot
Het enige wat ertegen kunt doen tijdens de bloei is het afsnijden van besmette takken. Vergeet niet je schaar te steriliseren tussen elke knip. Je hebt te maken met een schimmel en schimmels laten sporen vrij die heel gemakkelijk andere delen van je plant kunnen besmetten. Het is het proberen waard om de besmette bladeren te bedekken met een plastic zak voordat je ze afknipt, om de verspreiding van sporen te verminderen.
Werk dus nauwkeurig en zeer schoon en controleer continu je planten op nieuwe infecties. Zodra toprot voorkomt in je plant is het meestal een verloren strijd, dus in een echte noodsituatie is het het beste om je plantjes goed en vroeg te oogsten in de hoop daarmee een gedeelte van je oogst te redden.
Toprot oogsten en roken?
Roken van wiet met toprot of andere schimmels wordt afgeraden!
Meeldauw
Meeldauw is een algemene benaming voor bepaalde schimmelinfecties, die planten aantasten en daarbij verschillende delen van de plant bedekken met een witte of grijze, pluizige schimmel. Echte meeldauw (Erysiphe graminis) komt veel voor bij meerdere graansoorten en er zijn verschillende gespecialiseerde vormen (forma specialis) die zich hebben aangepast aan de verschillende graansoorten.
Echte meeldauw
Echte meeldauw: Echte meeldauw vormt een pluizige schimmellaag op het oppervlak van het blad.
Valse meeldauw
Valse meeldauw: Valse meeldauw verschijnt aan de onderkant van het blad. Valse meeldauw wordt aangetroffen op komkommer, sla en andere planten.
Schimmels, meeldauw tot toprot
Schimmels gedijen het best in vochtige omstandigheden, helemaal als er weinig lucht gecirculeerd wordt. Onder deze omstandigheden kunnen schimmelsporen, die altijd in de lucht aanwezig zijn, op een plek terechtkomen waar ze zich kunnen nestelen en uitgroeien tot volwassen schimmels. Als het je niet gelukt is om deze schimmelgroei tegen te houden, moet je dit probleem zo snel mogelijk aanpakken.
Als er nog sprake is van een lichte schimmelvorming, verwijder dan direct alle aangetaste delen en wees er zeker van dat de kweekomgeving ideaal is voor de cannabisplant en niet voor de schimmel; dat wil zeggen dat de ventilatie goed is, de luchtvochtigheid en de temperatuur geregeld kunnen worden en dat je planten niet in een te nat medium staan.
Als de plaag ernstiger is, is er geen andere optie dan te spuiten met gif (fungicide). Herhaal na een paar dagen de behandeling, zelfs wanneer je denkt dat de eerste behandeling voldoende resultaat heeft opgeleverd. Maar dan geldt nog steeds dat je je klimaat beter moet gaan beheersen. De aanwending van een fungicide moet je als een laatste redmiddel zien. Het is voor jonge planten en voor mensen niet gezond, dus dit is nog een voorbeeld waarbij preventie veel beter is dan genezen.
Bladschimmels (zoals meeldauw) en draadschimmels komen minder vaak voor dan pythium. Meeldauw kan onder andere toprot veroorzaken. Ook hier kun je baat hebben bij dezelfde voorzorgsmaatregelen: houd het klimaat zoveel mogelijk zelf in de hand. In tegenstelling tot andere schimmelsoorten gedijt meeldauw ook goed wanneer het luchtvochtigheidgehalte laag is.
Toprot slaat meestal toe aan het eind van de bloeifase. Hoe compacter de plant, hoe groter de kans dat hij zijn lelijke kop laat zien. Je kunt toprot herkennen doordat de topblaadjes ineens geel worden. Deze gele blaadjes komen bij de geringste aanraking los van de top. Ik ben bang dat je, om te voorkomen dat de hele plant geïnfecteerd raakt, de hele top zult moeten verwijderen.
Je kunt toprot tot op zekere hoogte voorkomen door ervoor te zorgen dat het luchtvochtigheidgehalte in je kweekruimte gedurende de donkere perioden relatief laag is.
Elke kweker van cannabis is verwikkeld in een koude oorlog met allerlei kruipend ongedierte. Of je het nu leuk vindt of niet, het is de plicht van de kweker om uit het heetst van de strijd te blijven. Maar zelfs met de beste wil van de wereld en preventieve maatregelen, kan een plant nog steeds worden belaagd door kevers en insecten. Er zijn heel wat potentiële bedreigingen waarvoor je op je hoede moet zijn.
Gewapend met de kennis uit deze gids, ben je in staat om je cannabis planten te beschermen. Of het nu gaat om een zwerm rouwmuggen, tripsen of witte vliegen, wij hebben de middelen ter bestrijding en eenvoudig, praktisch advies om je te helpen. Welkom in de wiet oorlog. Als je dit leest, hoor je bij het verzet.
De Nare Vijanden Van Cannabis
Varenrouwmuggen
Varenrouwmuggen zijn leden van de Sciaridea familie. Het zijn kleine (3-5 mm), donkere, mugachtige vliegen met lange, slanke voelsprieten en lange poten. Met name de larve van de varenrouwmug kan grote schade aanrichten.
Biologie
Fungas gnats houden erg van warme en vochtige omgevingen in de buurt van planten. Ze kunnen ook een heel jaar overleven in een kas.
Na het paren leggen de vrouwtjes 50-200 eieren die binnen 2-3 uitkomen. De larven gaan in een periode van 2-3 weken door 4 stadia heen. Aan het eind van het laatste stadium zijn ze ongeveer 5 mm lang, doorschijnend wit en hebben ze een waarneembare, zwarte kop.
De larven verpoppen zich in de grond en komen drie dagen later tevoorschijn als volwassen muggen. Als de temperatuur boven de 24° C ligt, planten ze zich continu en snel voort, met een levenscyclus van 3-4 weken. De larven voeden zich niet alleen met dood organisch materiaal, zoals schimmels en algen, maar ook met levend materiaal, zoals wortels en stengels. Ze boren zich in de wortels en/of stengels van stekjes, zaailingen en jonge planten. Door de schade die zij veroorzaken wanneer ze zich voeden, wordt de plant vatbaar voor een aantal secundaire infecties, zoals Pithium, Phytophtora, Botrytis, Fusarium en Verticillium.
Herkenning
- Grootte: 2-3 mm
- Geen duidelijk te onderscheiden ogen
- Voelsprieten zonder vertakkingen
- Langgerekt lichaam onderverdeeld in: kop, breed middenstuk, smal geribbeld buikgedeelte
- Bruinzwarte lichaamskleur
NB: Let op de karakteristieke patronen op de vleugels
Schade
De larven kunnen directe schade veroorzaken door aan de wortels en stengels te knagen – ze kunnen er zelfs dwars doorheen boren. Indirecte schade wordt veroorzaakt doordat ze nematoden, mijten, schimmelsporen en virussen verspreiden.
Spintmijten
Spint (rode spintmijten): een vervelend en bijna onzichtbaar ongedierte.
Zeker onder de tuinliefhebbers is een ‘spint plaag’ een steeds terugkerende ergernis. Preventie is een effectief wapen tegen wat in het Nederlands spint wordt genoemd, een handiger naam de uit het Engels vertaalde rode spintmijt (dus we gebruiken beide namen hier). Hoe dan ook, voorkom dat dit minuscule ongedierte een poot op uw planten zet.
Spint herkennen
Spint zijn plantenparasieten die meestal tussen 0,2 en 0,5 mm lang worden. Er zijn vele soorten mijten en, in tegenstelling tot insecten, hebben ze acht poten die opvallend naar de voor-en achterkant wijzen. Ze hebben een peervormig, geel-groen, bruinig of rood lichaam. Spint mijten gedijen in een warme, droge omgeving en in het bijzonder de aandacht vestigen op planten die onder stress staan en verzwakt zijn vanwege uitdroging. Ze doorboren de celwand van toppen, bloemen en vruchten en zuigen ze droog. Hierdoor zijn deze cellen niet meer in staat tot het opnemen van voldoende voedingsstoffen, met onvermijdelijke resultaten.
Symptomen van spint
Spint mijten vermenigvuldigen zich snel in warm en droog weer. In een enkel jaar zijn tot negen generaties mogelijk en elk vrouwtje kan ongeveer 80 eieren leggen. De parasieten overleven de winter als eieren, als volwassenen verborgen in de aarde of in de spleten in de schors. Meestal zul je eerst de symptomen herkennen voordat de eigenlijke besmetting plaats vindt. De eerste tekenen zijn klein: zilverachtige of gele spikkels op de bovenzijde van het blad. Met een ernstige aantasting kunnen webben een gehele plant bedekken.
Tripsen
Tripsen zijn erg klein (1mm in diameter) en kunnen niet erg goed vliegen, hoewel ze met behulp van thermiek en wind in groten getale op zeer grote hoogtes aangetroffen kunnen worden. Onder optimale omstandigheden kunnen tripsen zich in die mate voortplanten en vermenigvuldigen dat ze niet meer als gewoon vervelend, maar als een plaag worden gezien die bestreden moet worden.
Dit beestje heeft monddelen waarmee hij kan steken en zuigen en die hij gebruikt om cellen te doorboren en leeg te zuigen; hierdoor sterft de cel af. In tegenstelling tot luizen spuiten ze geen giftige vloeistoffen de cel in, maar ze vullen deze wel met lucht. Na een poosje krijgt de plant een grijs, uitgedroogd voorkomen omdat zijn cellen worden leeggezogen. Deze insecten kunnen zich erg gemakkelijk verplaatsen en daardoor zijn ze in staat binnen een korte tijdspanne behoorlijk wat schade aan te richten.
De tripsen leggen hun eitjes in het bladweefsel en na 8 dagen komen ze uit. De jonge larven zijn wit van kleur en leven in groepen. In een later stadium van hun levenscyclus verspreiden ze zich over het hele blad. Na 14 dagen beginnen ze te verpoppen.
De meest voorkomende soorten tripsen zijn de gestreepte kastrips (Parthenothrips dracanae) en de tabaktripsen (Thrips tabaci). De Californische trips is met name moeilijk te bestrijden vanwege zijn goede resistentie tegen verschillende soorten insecticiden. Californische trips worden meestal gevonden in broeikassen, maar in de zomer kunnen ze buiten ook problemen veroorzaken. Het is echter niet bekend of ze de Europese winters ook buiten kunnen overleven. De Californische trips verpopt zich over het algemeen onder de grond of in beschutte plekken, maar soms ook op bladeren of in bloemen. Hun levenscyclus duurt 2 tot 3 weken als de temperatuur tussen de 20-30°C ligt. De Californische trips is een drager van TSWV (Tomatenbronsvlekkenvirus), dat verschillende planten aantast, waaronder chrysanten en amarylissen.
Eigenschappen van de Californische trips
- Ongeveer 1,3-1,4 mm groot
- Volwassen trips zijn geel tot oranje van kleur
- Volwassen trips worden meestal aangetroffen in de bovenste delen van de plant
- Hun voelsproeten bestaan uit acht segmenten (dit kun je met een vergrootglas zien)
- Bloemknoppen en groeischeuten kunnen ernstig misvormd raken
- Als de plant toppen of bloemen heeft, kan de trips stuifmeel daarop overbrengen
- Verpopping geschiedt doorgaans ondergronds
- Gaat niet in diapauze (ontwikkelingsstilstand tijdens ongunstige omstandigheden)
- Kan virusinfecties overbrengen