De Monitor: Test overheid cannabis bewust niet op pesticiden?
De monitor heeft de afgelopen periode veel aandacht besteed aan het onderwerp Cannabis. Er zijn zeer uiteenlopende items aan de orde geweest. Stichting PGMCG heeft vorig jaar aan de minister van Zorg Bruno Bruins gevraagd of er de mogelijkheid bestaat, dat producten uit de coffeeshop getest mogen worden, echter kregen we nee op het rekest. Veel patiënten maken ook gebruik van de cannabis in de coffeeshop
Brief aan Bruno Bruins: Analyseren cannabis – Verzoek om informatie en Antwoord
Op donderdag 24 oktober verscheen onderstaand artikel:
‘Test overheid cannabis bewust niet op pesticiden?’
‘Ik heb weleens aan onderzoeksinstellingen gevraagd waarom ze niet vaker onderzoek doen naar pesticidegebruik bij cannabisteelt. Het antwoord was: als wij iets vinden, dan worden we medeverantwoordelijk voor het resultaat. En dan moet je óf alles verbieden, want we willen die vieze spullen niet, óf we moeten het reguleren.’ Arno Hazekamp is biochemicus en werkt al jaren in de cannabiswereld.
Hazekamp promoveerde in 2007 aan de Universiteit Leiden op, onder meer, het verschil tussen medicinale cannabis en cannabis in een coffeeshop. Hij onderzocht daarnaast wat de actieve medicinale stoffen zijn in cannabis en hoe cannabis het best en meest veilig door patiënten gebruikt kan worden. Tegenwoordig werkt hij als zelfstandig onderzoeker en adviseert hij personen en bedrijven in de cannabisindustrie.
Appels kan je wassen
In 2015 heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) eenmalig 25 soorten wiet onderzocht op de aanwezigheid van pesticiden. In 23 samples/monsters werden bestrijdingsmiddelen gevonden, maar de hoeveelheden leverden geen gevaar op voor de volksgezondheid. Althans, als ze gegeten worden. Als de pesticiden worden verbrand tijdens het roken weet niemand wat eigenlijk de effecten zijn. Hazekamp: ‘Pesticiden worden getest voor specifieke planten. Je mag het bijvoorbeeld voor appels gebruiken in het veld, maar appels kan je wassen, en daarna eet je ze op. Als je iets oprookt, zoals een cannabisplant, wat gebeurt er dan mee? Pesticiden zijn bedoeld om organismen dood te maken, dus daar moet je niet te makkelijk over doen.’
‘Je kunt niet één op één zeggen: het is dús slecht om het te roken. Maar er zijn wel degelijk zorgen over ophoping in mensen en wat het bijvoorbeeld met je hormoonhuishouding zou kunnen doen.’
Teelt is verborgen
Eigenlijk zou er meer onderzoek moeten plaatsvinden naar het effect van verbranding van deze bestrijdingsmiddelen, al is dat praktisch gezien wel lastig, aldus Hazekamp. ‘Want dan moet je uitgebreide testen doen met cellen en dieren, om te kijken wat dat met ze doet. Terwijl we niet eens precies weten welke pesticiden er bij cannabisteelt eigenlijk worden gebruikt. Dat komt doordat de teelt illegaal, en dus verborgen, gebeurt’. Bij elk bestrijdingsmiddel dat op de markt komt moet de fabrikant aantonen dat het product deugt. ‘Die stoffen zijn potentieel gevaarlijk, tenzij je kan aantonen dat ze een doel dienen en dat het met de bijwerkingen – op mens en natuur – wel losloopt. Dat is met cannabis nog nooit gedaan.’
Hazekamp vindt daarom dat het onderzoek van het RIVM naar pesticidegebruik bij cannabisteelt regelmatig moet worden herhaald. ‘Ik heb wel eens gevraagd aan betrokken onderzoekers: waarom wordt er niet vaker gekeken wat er in cannabis zit die in de coffeeshop ligt? Het antwoord was ongeveer: ‘Als je iets vindt, dan kun je de resultaten niet meer negeren. En dan moet je óf alles verbieden – vanwege risico’s voor de volksgezondheid – óf je moet het reguleren’.
Vreemde gang van zaken
Inmiddels is er besloten tot het wiet-experiment. Daar doen 10 gemeentes aan mee, waar 14 procent van alle coffeeshops staan. In principe moet daar per 1 januari 2021 legaal geteelde cannabis liggen. Deze cannabis zal wél getest worden op verontreinigingen als pesticiden, zodat we na verloop van tijd iets kunnen zeggen over de kwaliteit van de legale wiet. Hazekamp vindt het een vreemde gang van zaken, want er is nog helemaal geen goed vergelijkingsmateriaal. Want hoeveel beter is die wiet vergeleken met de illegale wiet van coffeeshops die niet aan het experiment meedoen?
‘Er is één keer een studie gedaan met 25 samples, waarvan 90 procent verontreinigd was. Dus de logische vervolgvraag is: waar zijn de tweede en de derde studie om de lijn te kunnen volgen? Ik vraag me vooral af: waarom zijn die studies niet nog een paar keer gedaan om een beter idee van het probleem te krijgen. Als je wilt weten of de situatie in het experiment beter wordt, dan moet je wel weten wat de huidige situatie dan eigenlijk is.’
RIVM wil niet
Het wiet-experiment duurt minstens 4 jaar. Dat betekent dat de komende jaren in 86 procent van alle coffeeshops niets verandert. Daar ligt dan nog steeds illegaal geteelde en ongeteste cannabis. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, waar het RIVM onder valt, laat ons weten de test van het RIVM niet te zullen herhalen.
Zondag 27 oktober in De Monitor: Wat zit er in mijn wiet?